Mart Hoogkamer enorm gekwetst: ‘Weet je hoeveel pijn dat doet?’
Mart Hoogkamer heeft veel pijn door het gemis van zijn vader in zijn leven. Onlangs vertelde hij hier al emotioneel over in Shownieuws en ook in gesprek met Weekend is hij bijzonder openhartig…
Nu hij ook wegblijft uit het leven van zijn kleindochter stapelen de emoties zich op. Zo vertelt hij in het weekblad dat hij zijn dochtertje maar één keer gezien. “En dat deed hij onder invloed. Weet je hoeveel pijn dat doet? Nou, dat doet écht pijn. En als je dan ook daarna weer geen contact meer met elkaar hebt, en daarvoor ook al niet… Het voelde voor mij alsof hij alleen maar wilde laten zien: ik kom langs omdat het móet, omdat het nu eenmaal mijn kleindochter is. Je gaat dan wel anders naar het leven kijken.”
Emoties
De twee hebben al zo’n acht, negen maanden geen goed contact, vertelt Mart in Weekend. En dat heeft impact. “Je wordt ouder en dan ga je toch anders naar het leven kijken. Nu ik zelf vader ben, kan ik zeggen dat als ik hem was geweest, ik het anders had gedaan. Die emoties kunnen zich weleens opstapelen.”
Eerder was dit ook al het geval, waarna Mart negen maanden uit de roulatie was. Terugblikkend vertelt hij: “Ik liep mezelf voorbij en luisterde niet meer naar de mensen die dicht bij me staan en van me houden. Ik zocht hulp bij een psycholoog om mijn verhaal te kunnen delen, want ik kwam in een zware depressie terecht. En uit die depressie ontstond weer een burn-out.”
Niet goed aangepakt
Hoe het komt dat de liefde voor zijn vader nog steeds zo groot is dat hij Mart nog steeds zo raakt? “Deze vraag raakt me ook… Kijk, voor mij is mijn vader een man geweest die me op jonge leeftijd heeft gepusht om te worden wie ik nu ben. Het was hem zelf namelijk niet gelukt zanger te worden. Maar hij heeft het niet altijd goed met me aangepakt.”
De zanger vertelt over het moment dat zijn vader onder invloed bij hen thuiskwam: “Hij wilde natuurlijk honderd bakkies koffie om wat helderder te worden. En dat begrijp ik. Weet je wat het is, hij voelt ook dat hij gefaald heeft hè.”
Mart meent: “Het is ook gewoon schaamte: dat is gewoon één. Het liefst had hij gezegd: ‘Ik lig met koorts op bed’. Want hij durft dan eigenlijk niet te komen. Hij was niet dronken, maar ik rook wel de drank. Dat soort acties, dat botst met elkaar. Hij kiest een verkeerd pad met de verkeerde mensen. En zo verlies je elkaar uit het oog.”
Steun
Mart is blij dat hij zijn moeder en oma heeft. “Dat zijn mijn allessies.” Ook zegt hij dat hij veel steun aan hen heeft gehad in zijn donkerste periode. “Als je naar de andere kant van mijn familie gaat kijken, zie je wel dat daar andere normen en waarden gelden. Het is niet dat ik er voorbij groei, maar ik kijk wel heel anders naar de wereld dan mijn vader. Ik kijk zoals mijn moeder en mijn oma, en zo hoort het ook te zijn. Je hoort elkaar te steunen als familie.”
Deur staat open
Ondanks alles wil Mart zijn vader nog wel spreken. “Mijn deur staat zéker open. Alleen moeten er eerst bepaalde dingen écht veranderen. En we moeten heel goed praten samen, als vader en zoon. En dat zal met respect zijn, vanuit mij naar mijn vader toe. Maar ik hoop wel dat mijn vader zich kan inbeelden hoe ik me voel. En wat hij me nu aandoet. Niet eens voor mijzelf, want ik ken dit van hem. Voor mij is hij er nooit geweest. Ik heb inmiddels een dikke laag eelt op mijn hart als het om mijn vader gaat.”
Mart wil voor zijn dochter het gesprek aangaan. “Ik wil dat hij er voor zijn kleinkinderen is: ook voor mijn broertjes’ dochtertje. Als blijkt dat dat niet kan, dan moeten we – hoe pijnlijk het ook is – afstand nemen. Hoeveel je ook van elkaar houdt.”